Olijven
Olijven zijn eigenlijk vruchten, want ze groeien aan een boom. Er zijn veel soorten en allerlei verschillende manieren om in te delen in segmenten. Om het niet te ingewikkeld te maken is de belangrijkste segmentatie; zwart of groen. Groene olijven zijn de onrijpe vruchten die in een vroeg stadium van hun ontwikkelingsfase worden geplukt. Ze zijn doorgaans iets fruitiger van smaak. Zwarte olijven hebben de tijd gekregen om te rijpen aan de boom. Ze hebben een vollere smaak ontwikkeld maar zijn soms minder sappig. Ze zien er wat gerimpeld uit en zijn zeer intens zwart, bruin of paars.
Olijven zijn zijn pas geschikt voor consumptie nadat ze een zestal maanden tot een jaar in een pekelbad gelegen hebben. Vers geplukte olijven zijn zeer bitter en echt niet te eten.
Hocras heeft olijven in allerlei soorten en maten. Zoals de Kalamata olijven uit Griekenland. Dit is een Griekse olijf genoemd naar de stad Kalamata in het zuidelijke Peloponnenesos. Het is een populaire olijf door de fruitige smaak. Hij is groter dan de meeste tafelolijven en heeft daardoor ook meer vruchtvlees.
Een andere populaire olijf is de Bella di Cerignola olijf uit Italië. Deze frisgroene olijven groeien in olijfgaarden rondom de stad Foggia, gelegen in de regio Apulië. Deze olijven hebben een stevige bite die wordt gecombineerd met een fijne structuur. Ze zijn vooral lekker als tafelolijven en vormen een perfect paar met Italiaanse kaas zoals mozzarella en Parmezaanse kaas.
Een andere goed verkochte olijf is de Taggiasche olijf uit Italië. Deze olijven zijn de specialiteit uit Taggia, een kleine regio in het noorden van Italië. De heerlijke zachte vlezige structuur en zachte, iets zure smaak van deze donkere, zongerijpte olijven is kenmerkend. De taggiasche olijven zijn natuurgerijpt en zijn heerlijk door verschillende gerechten of als ingrediënt voor de borrelplank.
Kortom; keuze te over!